Bezwaar- en beroepsprocedures

Het kan natuurlijk altijd gebeuren dat men het niet eens is met de beslissing van de Belastingdienst. In een bezwaarprocedure kan dan alsnog worden geprobeerd gelijk te krijgen dan wel een compromis met de Belastingdienst te bereiken. Is het bezwaar afwijzend, dan staat er een beroepsprocedure open, in eerste instantie bij de Rechtbank. Belangrijk is om vooraf goed te bepalen hoe groot het fiscale belang is en wat de kans is op het winnen van de procedure. Voor een belastingadviseur is het voeren van een procedure altijd interessant om te doen, maar er gaat wel de nodige tijd in zitten.

Enkele praktijkvoorbeelden waar Michiel Opgenoort over geprocedeerd heeft:

Belastingplichtige mag niet de dupe worden van foute automatiseringskeuze Belastingdienst.

De heer Hendriksen bemerkte dat hij na het indienen van de aangifte inkomstenbelasting te weinig inkomen (ROW) had aangegeven. Zijn adviseur diende voor hem een verbeterde aangifte in, op elektronische wijze. Meer dan twee maanden daarna volgde de definitieve aanslag, echter zonder rekening te houden met de verbeterde aangifte. De Rechtbank en later ook het Gerechtshof oordeelde dat de inspecteur hierdoor niet meer over een nieuw feit beschikte om te kunnen navorderen.  Het niet tijdig inzien van de verbeterde aangifte vormt dan een ambtelijk verzuim ook als het ‘zien’  wordt overgelaten aan een geautomatiseerd systeem. De Staatssecretaris heeft inmiddels het beroep in cassatie ingetrokken, ook omdat bleek dat de inspecteur wel degelijk een signaal had ontvangen dat er een verbeterde aangifte werd ingediend, doch daar lange tijd niks mee deed. Opmerking: sinds de wetswijziging van art. 16 Algemene Wet Rijksbelastingen (per 1 januari 2010) is het een stuk lastiger geworden om dergelijke procedures nog te winnen, als de fout in de aanslag de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar moet zijn geweest. En als adviseur is het natuurlijk geweldig om op deze wijze gelijk te krijgen.

Toepassing anoniementarief loonheffing bij bepaalde werknemers en vermindering boete

De firma Inopsis runt een schoonmaakbedrijf waarbij een boekenonderzoek door de Belastingdienst werd ingesteld met name om de aangiften en afdrachten loonheffing te controleren. Probleem daarbij was dat van een aantal werknemers weliswaar kopieën van (Turkse) paspoorten waren bewaard, maar dat nergens uit de stukken bleek dat zij ook een tewerkstellingsvergunning hadden. De belastingdienst legde vervolgens naheffingsaanslagen loonheffing op naar het anoniementarief (52%) met een daarop een boete van 50%, waartegen door ons bezwaar is aangetekend. Na veel overleg en een hoorzitting bij de Belastingdienst hierover zijn uiteindelijk de aanslagen fors verminderd, uitgaande van het enkelvoudige loonheffingstarief in plaats van het gebruteerde tarief. De belangrijkste reden hiervoor was de toezegging van de firma om serieuze pogingen te ondernemen om de naheffingsaanslagen te verhalen op de betreffende werknemers (iets wat in de praktijk vaak niet lukt). Aangezien de Belastingdienst opzet/grove schuld bij de belastingplichtigen (de firmanten) niet voldoende kon aantonen, is de boete geheel verminderd naar nihil.