Fusies en splitsing van ondernemingen

Fusies en splitsingen van ondernemingen komen vooral voor wanneer meerdere ondernemers samenwerken in een BV-structuur. Fusies en splitsingen kunnen ongewenste fiscale gevolgen hebben, zoals bijvoorbeeld afrekening van vennootschapsbelasting over de stille reserves en/of een aanmerkelijk belangheffing over de meerwaarde van de aandelen van de directeur-aandeelhouder. Om dit te voorkomen zijn er diverse fiscale faciliteiten in de belastingwetten opgenomen. Door die op een goede manier te benutten kan de beoogde fusie of splitsing veelal fiscaal geruisloos verlopen.

Hoe kan ik geruisloos een holdingstructuur creëren? Hoe kunnen mijn zakenpartner en ik fiscaal gezien het beste uit elkaar? Hoe kan ik het beste een overtollige BV opruimen? Is een fiscale eenheid voor mij interessant? Dit zijn allemaal belangrijke vragen die in de praktijk de nodige aandacht vragen.

Praktijkcases Michiel Opgenoort

Geruisloos creëren van holdingstructuur bij 50%-deelneming in werk-BV voor privépersoon

Het creëren van een holdingstructuur bij een 50%-deelneming in een werk-BV voor een privépersoon gaat fiscaal niet zomaar geruisloos als er sprake is van een belangrijke meerwaarde (bijv. in de vorm van goodwill) in het bedrijf. Om toch de gewenste holdingstructuur te kunnen realiseren is bij de heer Lok gekozen om middels overdracht van 1 aandeel een 51%-deelneming bij hem te creëren en daarna een fiscaal gefacilieerde aandelenfusie door te voeren. Hierdoor ontstaat een structuur waarbij hij voor 100% aandeelhouder wordt in een holding-BV die op haar beurt voor 51% aandeelhouder wordt in de werk-BV. Deze herstructurering wordt voor de zekerheid met de Belastingdienst afgestemd die hiermee akkoord is gegaan, zodat de gewenste holdingstructuur op eenvoudige wijze (middels inschakeling van een notaris) zonder fiscale afrekening (aanmerkelijk belangheffing) kan worden opgezet. Hierdoor is een meer flexibele bedrijfsstructuur ontstaan, waardoor op termijn bijvoorbeeld een nieuwe zakenpartner middels een aandelenoverdracht belastingvrij (onder toepassing van de deelnemingsvrijstelling) kan toetreden.

Overweeg een geruisloze juridische splitsing wanneer een bedrijfsfusie fiscaal niet geruisloos kan

Maathuis BV heeft een aantal patenten ontwikkeld, waarvan één patent uiterst waardevol is. De bedoeling is dat dit patent wordt ondergebracht in een nieuwe op te richten BV waarna een investeerder voor een bedrag van € 500.000 zal toetreden tegen 49% van de aandelen in die BV. Ter realisering van dit plan werd in eerste instantie aan een fiscale bedrijfsfusie gedacht waarbij het patent door Maathuis BV zou worden overgedragen aan de nieuwe ‘werk-BV’ tegen uitreiking van aandelen in die ‘werk-BV’. Daarna zouden er zoveel aandelen van die ‘werk-BV’ worden geëmitteerd aan de investeerder, dat een aandelenverhouding van 51%/49% ontstaat. Het nadeel van dit plan is dat niet zeker was of het patent in kwestie als een zelfstandig gedeelte van een onderneming kon worden gezien. In dat geval zou de fusie niet fiscaal geruisloos kunnen plaatsvinden, maar zou de boekwinst m.b.t. het patent ad circa € 1.000.000 worden belast met vennootschapsbelasting (tegen 5% in de innovatiebox). Een belangrijk nadeel was tevens dat de toekomstige winsten die te relateren zijn aan dat patent dan niet langer belast zouden worden tegen 5%, maar tegen het normale vennootschapsbelastingtarief (25%), aangezien dan geen sprake meer is van een zelf voortgebracht patent, maar van een ‘aangekocht’ patent. In overleg met de accountant en notaris is toen besloten om tot een juridische afsplitsing van het patent over te gaan in een nieuwe ‘werk-BV’. De uiteindelijke structuur en deelname van de investeerder wijzigt zich nauwelijks, doch fiscaal kan die splitsing wel geruisloos, ook zonder dat er sprake hoeft te zijn van een zelfstandig gedeelte van een onderneming. Hierdoor kan ook de investeerder middels de deelneming in ‘werk-BV’ in de toekomst profiteren van het 5%-vennootschapsbelastingtarief m.b.t. de winsten die met dat patent behaald worden. Afstemming met de Belastingdienst is dan niet langer noodzakelijk. Wel zal er nog een verzoek tot geruisloze splitsing moeten worden ingediend zodat de ‘werk-BV’ direct aanspraak kan maken op toepassing van de innovatiebox, doch dat is een formaliteit. Uiteindelijk is bereikt dat maximaal gebruik kan worden gemaakt van het voordelige ‘innovatieboxtarief’ van 5% en dat scheelt op termijn behoorlijk veel vennootschapsbelasting.